Wanneer boosheid in jou regeert

5. Stappenplan

Hoe reageer je als je boos bent op bijvoorbeeld je kind, partner of collega? Wat zeg je als je boos bent, maar weet dat het een respons is en dat je het eigenlijk anders wil? 

Om je te helpen als je een fight-respons hebt, hebben we een stappenplan gemaakt. Want als je de tijdlijn erbij pakt, dan kan je op ieder moment uit “de rivier/stroming” stappen die jou meeneemt naar het verhalen-/tentenkamp. 

Hoe neem je verantwoordelijkheid nadat je zo boos bent geweest?

Je bent net uit je slof geschoten, je hebt duidelijk dat het ging om gevaar. Je weet dat je veilig bent en je voelt de rust weer terugkomen. Maar nu? Nu ligt er zelf-afwijzing op de loer. Wat stom dat ik zo boos werd, wat slecht van mij, straks worden ze bang van me, wat zullen ze wel niet denken?!

Ga niet die kant op! Neem even de tijd om rustig door te ademen. In door je neus en uit door je mond.

Het feit dat je boos werd, was een biologische reactie van je zenuwstelsel. Als je beter had geweten, had je het beter gedaan.

Je bent op weg dit steeds bewuster te krijgen en na verloop van tijd zul je zien dat je steeds minder boos wordt, steeds eerder door hebt dat je zenuwstelsel aan gaat en daar bewust andere keuzes in maakt. Uiteraard is het wel vervelend voor de ander en jezelf dat de situatie zo escaleert, dus wat nu?

Vergeef jezelf voor de reactie die je had. Je bent een mens en mensen hebben nou eenmaal een zenuwstelsel waar we ook blij mee mogen zijn.

Alleen gaf het dit keer een overreactie. Waar je nu met alle liefde verantwoordelijkheid voor gaat nemen. Stel jezelf gerust met de gedachte dat je niet perfect hoeft te zijn en de tijd mag nemen om te leren en te helen. 

1. Benoem naar de ander dat je jouw aandeel duidelijk hebt. Je werd boos omdat je ergens het gevoel had dat je in gevaar was. 

2. Je hebt ook duidelijk dat dit niet met de ander te maken had maar, met een oud stuk van jezelf.

3. Je neemt enkel verantwoordelijkheid voor wat jouw aandeel was, het aandeel van de ander laat je bij hen. 

4. Adem nog eens diep door, zie dat je groeit, voel dat je veilig bent en geliefd, voel dat je er helemaal mag zijn, precies zoals je bent. 

Vind je dat lastig? Luister dan deze oefening: Haal het oordeel van je boosheid af.

Vaak helpen voorbeelden ons om een goed beeld over onszelf te krijgen. Hieronder vind je wat voorbeelden uit de praktijk.

Iemand vertelde ons: “Ik word steeds boos op mijn kind en op mijn vrouw. Dat wil ik helemaal niet, het is niet eerlijk, niet fijn en daardoor vind ik mijzelf niet leuk. Daar word ik verdrietig van en ben ik bang dat als ik kies wat goed is voor mij, dat ik hen dan te kort doe.” Een mooi voorbeeld.

Vaak uiten we boosheid op plekken waar we ons helemaal niet onveilig voelen. Sterker nog, een fight-respons komt er vaak uit op plekken waar we ons juist wél veilig voelen.

Zo kan het zijn dat je je zorgen maakt over je werk, daar gevaar ervaart, maar de boosheid en de fight-respons er pas thuis uitkomen. Er zijn nu twee dingen heel belangrijk: 

1. Als je je bewust wordt van een opkomende boosheid en frustratie, neem dan pauze. Bespreek dit vooraf met je partner en/of kinderen. “Het kan zijn dat ik soms even pauze neem tijdens een gesprek; ik kom er zelf later op terug.” In die pauze kun je luisteren een oefening. Laat de boosheid even vertellen wat er gebeurt, wat je nu nodig hebt en neem daar verantwoordelijkheid voor.

2. Zorg met aandacht voor de onveiligheid die je zojuist gevoeld hebt. Onder jouw respons zit de angst voor een bepaald gevaar. Wellicht gaat dit over iets tussen jou en je partner, maar het zou dus ook heel goed kunnen dat het helemaal niet om die ander gaat, maar dat het met gevaar op je werk te maken heeft. Of problemen in de familie of vriendengroep. Ergens voel je gevaar, ergens voel je onveiligheid. Ben je echt in gevaar? Hoe oud voel je je als je dat gevaar ziet of voelt? En wie of wat heb je nodig om je weer veilig te gaan voelen? 

Het is ook belangrijk dat je het oordeel van jezelf afhaalt, natuurlijk is het niet fijn als je boos wordt op je vrouw (of iemand anders).

Maar als je er verantwoordelijkheid voor neemt, ziet waar de fight-respons vandaan kwam en er met haar over praat, dan kan je ook ondersteund worden in de groei om dit anders te gaan doen.

Iemand vertelde ons: “Iemand in mijn omgeving word altijd heel snel boos. Alles komt er met zo’n felheid uit. Ik weet niet hoe ik daarop moet reageren.”

Er zijn in dit geval 2 dingen belangrijk: Wat doet het met mij en wat gebeurt er met de ander? Deze twee vragen halen we vaak door elkaar, waardoor het een enorme wirwar aan emoties wordt.

Een wirwar aan emoties zorgt altijd voor onveiligheid waardoor je zelf in een respons terechtkomt!

Als je de situatie helder kunt overzien is het niet zo lastig meer. Dus laten we je daarbij helpen. De vraag is dus: Wat doet het met mij? En daarna: Wat gebeurt er met de ander? Over de eerste vraag draag jij 100% verantwoordelijkheid!

Over de tweede vraag draag jij geen enkele verantwoordelijkheid, je zou alleen compassie of empathie kunnen voelen waardoor de ander niet onnodig meer onveiligheid gaat ervaren dan hij of zij al doet. Voorbeeld: in het geval van dit voorbeeld is de ander snel boos en fel. Dat betekent dat diegene in een fight-respons zit en dus gevaar voelt.

Is dat gevaar jouw schuld? Meestal niet! Voelt de ander gevaar, jazeker, maar dat is niet jouw verantwoordelijkheid. Je kan het spiegelen (“Ik merk dat je boos reageert, waar ben je nu eigenlijk bang voor”). Of je kan de ander de ruimte geven en er later op terugkomen. Het is hun eigen verantwoordelijkheid om hier iets mee te doen. Verwijs ze ook gerust door naar ons, wij kunnen in alle veiligheid en met alle liefde ondersteunen in het helder krijgen van de situatie.

Als we dan terug komen op de eerste vraag: Wat doet het met mij? Dan is het belangrijk te weten: word ik zelf getriggerd door de boosheid? Voel ik nu gevaar? Welke respons komt er in mij op? Welke verhalen vertel ik mezelf?

Door deze twee vragen trek je de situatie als het ware uit elkaar. Je laat wat van de ander is bij hen, en wat van jou is, houd je bij jou, waardoor je er zelf voor kan (laten) zorgen. Door jezelf bijvoorbeeld af te vragen: wie of wat heb ik nu nodig?